ouwe meuk in de categorie cabaret

Alkemade en Bloemen behoren inmiddels tot de redelijk gevestigde orde dankzij hun omnipresentie (Shouf Shouf Hadinges, Spijkerman’s Kopspijkersdinges op wijlen Talpa, diverse commercials). Zet ze echter op de planken onder de spotlights en je ziet gelukkig weer waarin ze écht goed zijn. En da’s cabaret maken. A&B doen weinig moeite om af te stappen van hun beproefde recept – een subtiel evenwicht tussen absurdisme en tragikomedie – en dat is maar goed ook. Het is namelijk lang geleden dat ik tranen heb gelachen in een theater, maar tijdens de fantastische sketch tussen de twee broers in hun 4e programma ‘Wij willen ook naar huis’ gingen vanavond alle kranen open.

647 | Brille

10 december 2006 | roel | cabaret

Met een kop vol griep stond ik nog even op het punt om de Koningstheater-voorstelling ‘Ajuinen en Look’ van het gelijknamige duo te laten passeren, maar het feit dat ik er erg naar uitgekeken had maakte dat ik mijn matige fysieke gesteldheid voor deze ene avond bagatelliseerde en vol zin naar het Bossche toog. En ’t werd een avondje om niet snel te vergeten. Thomas van Luyn en Mike Boddé mogen dan vooral bekend zijn geworden met hun typetjes in Kopspijkers en de geweldige spin-off ‘ De Mike en Thomas Show’, de ware cabaretinsider kent ze natuurlijk al van begin jaren negentig.

Het ging over de ‘brille’ van André van Duin, over la Dance des oiseaux, over Michael Jackson, over confreres die elkaar op een idioot archaische manier de huid volschelden en over ‘Liever een kerk dan een moskee’ – de (her)kenner hoorde daarin een duidelijke verwijzing naar Van Kooten en De Bie. Kortom: een even prachtige als idiote combinatie van zaken. De afsluiter was een schitterend quatre mains pianostuk, een van de weinige rustpunten in een voortdenderende trein van absurdisme.

Lachen is overigens goed voor je grieperige luchtwegen, ben ik achter gekomen. Vandaag zit het weer potdicht, maar gisteren bracht ’t even lucht. Helaas staat er voor vanavond geen cabaret op het programma…

644 | Josefien

11 november 2006 | roel | cabaret

2 uur en een kwartier luisteren naar dood, verderf, ellende en verdriet ? Het kan. Kees Torn bewees het gisteravond in het Koningstheater met zijn inspeelvoorstelling ‘Dood en verderf’. Een boeiende bloemlezing van zijn visie op het leven en het einde daarvan. De man met de wat stuntelende en wanorderlijke cabaretstijl timmert al jaren aan de weg, altijd in de luwte blijvend van de wat extravertere exponenten van de moderne cabaretschool. Met zijn onvermijdelijke Havanna & whiskey vertoont hij zijn woordkunsten alsof het ter plekke allemaal nog moet worden verzonnen. Wellicht is dat bij een inspeelvoorstelling ook vaak zo, doch de ongekunsteldheid is bijzonder vertederend.

Ik heb overigens nooit een cabaretvoorstelling zó indrukwekkend zien eindigen als deze. Na de laatste klanken van het afscheidslied dat hij voor het doodgeboren kindje Josefien schreef kon je een speld horen vallen. Rare gewaarwording wanneer je van huis gaat in de veronderstelling tot buikkrampen toe in de lach te worden geschoten. Maar des te imposanter.

620 | Parade

12 mei 2006 | roel | cabaret

Kommil Foo hoort hedentendage tot de Groten. Als je voor ’t eerst in de Grote Zaal van het Theater aan de Parade (de echte Bosschenaar vervangt die gedrochtelijke naam gewoon door ‘het Casino’) mag staan en niet meer voor die schamele 190 stoeltjes van het Koningstheater hoeft te spelen, nou dan ben je gearriveerd. En met hun voorstelling Spaak! verdienen ze dat dubbel en dwars. Hoe je Kommil Foo moet typeren ? Da’s lastig. ’t Is niet hard, niet beledigend, zeer muzikaal, bijkans toneel, maar ook gewoon cabaret in zijn zuiverste vorm. De na afloop gescoorde DVD/CD-combo van dezelfde voorstelling onderstreept dat. Met ‘Laf Hart’ schreven de gebroeders Walschaerts en passent een van de mooiste kleinkunstliederen ooit. Gaat dat zien, nu het nog kan.

615 | Ruhrgebiet

28 april 2006 | roel | cabaret

Wat is dat toch met Alkemade en Bloemen ? Los van elkaar hebben de heren weinig moeite met het vinden van hun weg. U wist niet wie John de Mol speelde in het cabaret van Jack Spijkerman afgelopen zaterdag ? Wel, Roel Bloemen dus. En wie is dat kale heerschap in Shouf Shouf – de Serie ? Leo Alkemade natuurlijk ! Inmiddels voorzien van een net zo verrassende als weelderige haardos, maar dat terzijde.

Naast elkander in het Koningstheater is het ineens hele andere koek. Hun 3e programma ’13-0-zeven’ is misschien wat minder uitbundig dan de eerste 2 shows en het in cabaretland in zwang zijnde stijlelement ‘irritant-lang-doorgevoerde-herhalingen’ moge dan ook zijn doorgedrongen tot het oevre van A&B, da’s nog geen reden om ze voor een slechts halfgevuld theater te laten spelen. Kom op Den Bosch, weet dit duo eens op hun werkelijke waarde te schatten ! Vorige keer was het ook al kommer ende kwel qua publieke belangstelling, nota bene tijdens een dvd-opnameavond. Dit keer was het dus niet veel beter.

Waarom trekt een draak als Marc Van de Veerdonk volle zalen (en ‘how the hell’ is het mogelijk dat anno eenentwintigste eeuw iemand nog kan lachen om Tineke Schouten) terwijl dit Brabantse duo tegen de bierkaai blijft vechten met briljante vondsten als de ‘microfoon met teveel draad’,’Ruhrgebiet’ of ‘de spastische vrouw die een ander heeft’ ? God mag het weten. Alkemade en Bloemen verdienen zoveel beter.

Gezien: 27 april 2006 Koningstheater Den Bosch – Alkemade en Bloemen 13-0-Zeven

(c) 2001-2020 StationTenderness