ouwe meuk in de categorie sport

557 | Blom

11 augustus 2005 | roel | sport

10 augustus 1997. Het is ruim boven de 30 graden in het ‘Olympisch Stadion Spyridon Louis’ ergens ver buiten het smoggy Athene. Op de tweede ring van dit immense stadion zitten we in de brandende zon naar een krioelende bende sporters te kijken, ergens ver beneden ons. We waren net begonnen aan onze dik 3 weken durende rondreis door het noorden van Griekenland, de Peleponnesos incluis. Toevalligerwijs bleek een bezoekje aan het WK atletiek bijzonder prettig in ons reisschema in te passen. En zo zaten we daar een hete middag en een hete avond in het stadion dat (zo bleek amper een maand na ons bezoek) 7 jaar later het stadion zou zijn waar de Olympische Spelen hun thuiskomst zouden vieren.

’t Is ver in de avond als Sergei Bubka in naar wat later blijkt een van zijn laatste wedstrijden de lat laat leggen op 6 meter en 15 centimeter. Ritmisch handgeklap hoort er schijnbaar bij en vrolijk doen we mee. U kent de uitdrukking ‘de lat te hoog leggen’ ? Ik dacht dat die wel aardig van toepassing was op deze wereldrecordpoging. Monheer Bubka vloog een tiental minuten eerder als enige over 6.01 en daarmee was zijn 6e wereldttitel een feit. Omdat er een leuke bonus verbonden is aan een wereldrecord nam hij onder de motto’s (motti?) ‘niet gesprongen is altijd mis’ en ‘je weet nooit hoe een koe een haas vangt’ een bij voorbaat kansloze aanloop. Zonder de lat aan te raken dook hij eronder door. Da’s niet helemaal de bedoeling bij het fenomeen polsstokhoogspringen, maar dat hoef je een 6voudige kampioen niet te vertellen. Feit bleef dat 6.01 al een enorm eind was, dat hij daar succesvol overheen bleek te hebben gekropen met een flexibele stok en dat wij thuis konden vertellen dat we Bubka in levende lijve hadden bekeken. Redenen genoeg om danig geïmponeerd onze reis te vervolgen.

2005. Helsinki. De sympathieke Limburgert Rens Blom katapulteert zichzelf naar de wereldtitel. In de voetsporen van Bubka mag hij zichzelf 2 jaar lang wereldkampioen noemen. Ik kijk naar het gejuich dat al begint tijdens de laatste meters van zijn afdaling richting mat. Met hetzelfde gevoel als toen. Sport kan zo mooi zijn.

533 | Tijd

5 mei 2005 | roel | sport

Gelukkig. Het Nederlands voetbal zonder trauma is maar een kleurloze bedoening. Sinds deze week hebben we d’r weer eentje. Na het strafschoppentrauma dat zo wreed werd weggepoetst tijdens het vorige EK kunnen we nu weer met opgeheven hoofd door Europa stappen. Het blessuretijdtrauma is nu van ons. ’t Was nog nooit van iemand, dus wat dat betreft hebben we weer iets unieks gepresteerd. Wat een afknapper. Zelden zo in de stress gezeten als vanavond. En zelden zo’n voetbalkater gehad bij een club die niet eens ‘mijn’ club is. ‘Mijn’ club heeft overigens dat blessuretijdtrauma ontwikkeld, dus daar praat ik maar liever niet over… Hulde aan AZ, hulde aan PSV. Daar wou ik het als Feyenoorder maar even bij laten.

457 | Vellenkip

8 juni 2004 | roel | sport

De man met het meest tenenkrommend gesproken Nederlands klinkt in het Spaans als een bijzonder eloquent man. Tenminste, voor mij dan. Ik versta noch spreek Spaans, dus mij heb je al snel om de tuin geleid. Ik vermoed tenminste dat Johan Cruyff in het Spaans net zo vaak taalkundig gierend uit de bocht vliegt als hij dat in zijn moedertaal doet. Maar dat doet aan de kracht van “Johan Cruijff: en un momento dado” niks af. Een prachtige film die nu eens niet over de Meester zelf gaat maar over de mensen die hem (nog steeds) als Meester betitelen. Van taxichauffeur via cruiseship manager tot de hartchirurg die ‘m een bypass bezorgde: allemaal vertellen ze hun bijzonder gepassioneerd verhaal over hun relatie tot of met Cruyff. Tot tranen geroerd, nu nog, als ze het hebben over de 0-5 uitzege bij Real Madrid. Prachtig. Zou ik over 20 jaar ook volschieten als ik terugdenk aan Van Marwijk en de UEFA-cup ? Ik vrees van niet. D’r is maar 1 meester…

gezien: Johan Cruyff – En un momento dado
8 juni Filmtheater Jeroen

298 | A vous, Mart

14 juli 2003 | roel | sport

Op de kop af 1 jaar minus 2 dagen geleden maakte ik nog teleurgesteld melding van het vertrek van Mart Smeets als commentator van de Tour de France. Ik citeer mezelf nu even schaamteloos:

“Laten we er nog 2 weekjes van genieten. Want dan is het over. Het tour-commentaar van Mart Smeets, door velen geliefd en door velen verguisd. Nee; de NOS moet verjongen. Dus vanaf volgend jaar krijgen we het prachtige commentaar van Herbert Dijkstra en Erik Breukink. Mijn god. Eric Breukink. De man die net zo praat als dat ie fietste. Saai, berekenend, kleurloos, anoniem, droog, suf. Herbert Dijkstra krikt het gezamenlijk niveau nog wat op, maar zo briljant als de tandem Smeets-Nelissen zal het nooit worden. De nestoren worden er zonder pardon uit gebonjourd. Au revoir. Ga maar buiten spelen jongens, jullie zijn te oud voor de Tour. Gelukkig blijft Mart behouden voor de Tour, zij het via een wat andere invulling. Volgend jaar mag hij een soort infotainment-talkshow gaan doen. Kan leuk worden, maar voor de live-coverage ga ik dan toch echt overschakelen naar de Belg. Want Danny Nelissen op Eurosport is zo mogelijk een nóg slechter alternatief dan Breukink…

Gelukkig kreeg de NOS in de tussentijd een andere stuurman aan het roer, die het niet over zijn hart kon verkrijgen om monheer Smeets aan de kant te schuiven ten faveure van de nieuwe garde overloze zwammers aka Dijkstra/Breukink. En dus is Mart terug. Of eigenlijk niet eens weggeweest. En hoe. Zijn commentaar tijdens de koers is als vanouds; heerlijk overtrokken en overladen met emotie. Zonder te vervallen in de van-dik-hout-zaagt-men-dikke-clichés van een Evert ten Napel.

Maar zijn absolute finest hour beleven we in het tourjournaal. Van een zeldzaam niveau dat programma. Net zoals bijvoorbeeld Villa BvD was ten tijde van het WK Voetbal in Frankrijk. Een programma dat Frankrijk ademt. En als je voor het 2e achtereenvolgende jaar niet op vakantie gaat vanwege gezinsuitbreiding dan is elke uiting van vakantiegenot (ook al is het via de tv) aan mij uitermate goed besteed. ’t Is dat ik geen wijndrinkert ben, maar door het zien van dit programma krijg ik spontaan goesting in een glaasje druivennat. Prachtige regie, prachtige setting, prachtige onderwerpen (zoals de items van Jean Nelissen. The living legend gaat op bezoek bij Jean et Alleman en laat zo elke avond prachtige dingen zien. Dat die al in mei zijn opgenomen doet aan de lol niks af).

Mart is terug van niet weggeweest. Leve Mart.

296 | Rennert

9 juli 2003 | roel | sport

Je verzint het toch niet. Neerlands nieuwste wielertalent heet Wielinga van achteren. En alsof het nog niet genoeg was noemden z’n ouders ‘m Remmert van de voorkant. Remmert !!! En dat moet de Tour gaan winnen ? Dat zal lekker opschieten. Noem ‘m dan asjeblief Rennert ! Maar enfin, hij staat niet eens laatste in het klassement. D’r zijn dus nog ergere remmers in het peloton.

(c) 2001-2020 StationTenderness