ouwe meuk in de categorie muziek

747 | Retegoed

7 juli 2009 | roel | muziek

Het werd weer eens tijd voor het Westerpark, Amsterdam. Vorig jaar buitengewoon goed bevallen tijdens het avondje R.E.M. onder het motto ‘Live at Westerpark’. Dit jaar wederom in de planning omdat wij – lees moi, mijn echtgenote plus natuurlijk de heer E. en zijn lieftallige Y. – een verhoogde belangstelling hebben voor alles wat mevrouw Teeuwe uitkraamt. Mrs. Dox had het behaagd om onze hoofdstad te vereren met een bezoek. Nu zijn wij niet de beroerdste als het gaat om het maken van wat kilometers om hare majesteit in levende lijve te aanschouwen, dus de keus voor A’dam was dan ook geen lastige.

Het culinaire voorafje bestond uit een prima nomadische hap op het culturele terrein van de Westergasfabriek. Met bijzonder dreigende onweersluchten links, rechts, voor en achter het Westerpark hielden we even ons hart vast, maar meer dan een kek verfrissend buitje zat er niet in. Leve de poncho’s. De zon scheen echter al weer toen het voorprogramma begon. Een gigantische zwerm strijkers, blazers, toeters, trommels, bellen en mc’s nam bezit van het podium. Voorgegaan door een mannetje met een trompet die de hele santekraam in goede banen moest leiden. Kyteman dus. Dé livesensatie van het seizoen tot nu toe. Zeggen ze. ‘Maar wie zijn ze eigenlijk’, orakelde de voorman van een legendarisch Waalwijks coverbandje ooit, dus die boude bewering wilde ik zelf wel eens toetsen. Monheer Kyteman, nauwelijk droog achter de oren, schreef en speelde in zijn uppie een fijne plaat bij elkaar. Live had ie schijnbaar zin in wat meer gezelschap. Het was een komen en gaan van vriendjes en vriendinnetjes, al dan niet getooid met instrument of microfoon. Het bleek een van de leukste voorprogramma’s ooit. Zelden ook een act gezien waar de lol er zó van af spatte. Alle verwachtingen werden ingelost. En hoe. De plaat is leuk, maar qua liveperformance was een feestelijker opwarmer voor Anouk bijna ondenkbaar. Zei iemand dat het de livesensatie van het jaar was? Ik geef ‘m groot gelijk. Wát een lef om tijdens de drie kwartier die je hebt een 10 minuten durende improvisatie te gaan organiseren. ‘Wij gaan ff jammen, ok?’. Mooi man. Doe er dan nog een snufje publieksparticipatie bij en het is klaar (wij Brabanders hebben iets met hèndjes die de lucht in gaan, dus wij voelden ons heerlijk thuis):

Anouk was retestrak, as always. Letterlijk, want volgens de dames in ons gezelschap waren de sinds de breuk met Postman bijgevreten kilootjes als sneeuw voor de zon verdwenen. Iets wat ze zelf schijnbaar wilde onderstrepen door haar achterwerk regelmatig naar het publiek te keren. Setlistgewijs was er weinig nieuws onder de zon vergeleken met de HMH, een paar maanden geleden. De toppertjes, de hitjes, de ballads, the works. Allemaal even strak dankzij haar fijn geoliede band. Dat onze Anouk nog steeds geen wereldwijde faam heeft verworven is een van de grote mysteries van deze tijd. Onbegrijpelijk.

Een paar kiekjes alhier. En check daar meteen even het nieuwe fotoviewdingetje. Kleinere thumbs, grotere pica’s, bladeren met pijltje links en pijltje rechts. Met zelfs een playknopje voor een slideshow langs alle plaatjes. Handiger dan zo’n ellenlange verticale lijst, naar wij dachten.


Het origineel – dat al geen origineel is maar een covert op zich – was al leuk, maar Bertolfs verherarrangement van Beggin’ is om de vingers bij af te likken. Als u mij ergens mee kunt ontroeren dan is het wel meerstemmige zang. Niet voor niks heb ik het hele oeuvre van The Jayhawks en de Indigo Girls op de plank staan. Bertolf kan het dus ook. Gisterochtend bij Gielemans op 3FM. Ook hulde aan de drummert annex rapper. Oh ja, het kippenvel zit met name in het stukje vanaf 2:25. Tikkeltje Pete Philly, snufje Postman. Bravo. Ik had nooit veel aandacht voor Bertolf. Daar is gisteren verandering in gekomen.

Naschrift, pak ‘m beet 10 draaibeurtjes verder: Zomerser dan dit krijgt u het in 2009 niet meer. Bij deze dus uitgeroepen tot mijn Zomerplaat van 2009.

Het is zowel een zegen als een kwelling om liefhebber te zijn van Dream Theater. Muzikaal gezien smul ik van de virtuositeit van met name Portnoy en Petrucci, maar het gekweel van zangert James LaBrie kan – met name live – een verzoeking zijn. En met de release van #10, ‘Black Clouds & Silver Linings’ gedoopt, heb ik de indruk dat de rest van de band ook tot dit inzicht is gekomen. Op de normale editie is er nog niets aan de hand. Zes nummertjes, samen toch goed voor 5 kwartier progressieve metal van de bovenste plank. Nergens verrassend, nergens spectaculair, nergens vernieuwend. Maar daar zitten we dan ook niet op te wachten. Dream Theater doet haar kunstje op een geroutineerde wijze. Al 24 jaar lang. Black Clouds is hetgeen je overhoudt als je de laatste vijf albums (Octavarium, Scenes From A memory, Train of Thought, Systematic Chaos en Six Degrees Of Inner Turbulence) in een blender mikt en vervolgens net iets te lang op de knop drukt. Iets te fijn gepureerd zeg maar. Geen rauwe randjes, geen valkuilen, geen “trompes l’oeuil” (of “trompes l’oreille”, zo u wilt). Van begin tot eind is het één grote herhaling van zetten. Maar zelden was dat zo onbelangrijk als nu. Van sommige artiesten weet je dat je bij een nieuwe release getrakteerd wordt op nieuwe smaakjes, frisse ideeën, spannende wendingen. Maar er zijn ook bands waarvan je hoopt dat het altijd bij het oude blijft. Dream Theater is zo’n band. Misschien de ene keer ietsjes harder (Train of Thought), de andere keer weer iets symfonischer (Six Degrees) dan gemiddeld. Maar door de bank genomen haalt het het niveau waar je van tevoren op hoopt. Waar dus weinig op aan te merken valt. En dus is Black Clouds, ondanks al zijn voorspelbaarheid, hard op weg naar een prettige positie in de top van mijn jaarlijst 2009.

Als u – net als ik – de driedisc uitvoering op de kop heeft getikt dan is met het puntje van kritiek (de zang dus) ook meteen korte metten gemaakt. Schijfje drie bevat namelijk – hoe geniaal – de volledige instrumentale uitvoering van het album. LaBrie mocht een dagje de stad in. Zakgeld mee en hopla, opzouten. Het is mijn favoriete schijfje van de drie. Helaas moest Petrucci vermoedelijk ook af en toe de stad in om te kijken hoe het James verging, want ik mis een aantal prachtige soli. Leuk voor de amateurgitarist die zich hetzelfde niveau toedicht als P., maar ik ga me er niet aan wagen.

Er is overigens ook nog een extrafijne luxe editie, met vinyl en dvd en muismat en zo. Wat wél leuk is, is dat die versie ook de ‘isolated’ tracks van de afzonderlijke instrumenten bevat. In het kader van zelf knutselen en zo. Ik heb ooit een poging gedaan om Marillions ‘Anoraknophobia’ op dezelfde wijze te herverbouwen maar dat experiment was niet echt een succes. Anyway, dat soort meuk past doorgaans niet in mijn Ikea-möbel dus deze uitvoering heb ik maar links laten liggen.

PS: die gitaarsolo in The Best Of Times, vanaf 9:58. Zó weggelopen van Six Degrees, maar wat boeit ’t. Wonderschoon, bijkans cheesy. Zou zelfs in een Borsato-ballad niet hebben misklonken.

744 | Leeftijdsgenoten

13 juni 2009 | roel | muziek

Ik ben 40, Pinkpop ook. Pinkpop was – zoals altijd – in Landgraaf. Ik niet. Althans, het afgelopen Pinkpopweekend niet. Door een of andere wazige samenloop van omstandigheden was ik er niet bij. Terwijl ik – uitgerekend ik – natuurlijk met mijn bevallige neus vooraan de barriers had moeten staan toen Suggs en de zijnen het podum beklommen. Madness. Focking M.A.D.N.E.S.S.! Ik was 12, misschien 13. Brugklas van het Titus Brandsmalyceum. Ik zat soms naast Nicole. Kleinste meid van de klas, maar met een grootse muzieksmaak. Zeker voor een brugklasser. Beach Boys, The Jam. En Madness. Wij waren gek van Madness. Hele Rijam-agenda’s werden volgekalkt met de zwartwitgeblokte banners. En met het prachtige logo. Wij kregen er niet genoeg van. Er moet ergens nog een lokaal zijn waar (wellicht achter vele nieuwe lagen stuc- of verfwerk) een Madnesslogo in de muur is gekrast. Uit het zicht en achter het schoolbord, dat dan weer wel. Want heel erg stoer waren we niet in die tijd. Vandaag de dag ook niet meer, trouwens… Anders had ik wel vooraan gesta.. enfin, you get the point.

Nieuws uit Canada is deze weken vaak goed nieuws. Zo was de (ietwat uitgeklede) Canadese evenknie van het Marillionweekend afgelopen weekend een groot succes. Weliswaar zonder de knusheid van een compleet afgehuurd vakantiepark en met alleen drie avondvullende optredens (en naderhand Lucy’s disco, dat dan ook weer wel) hebben vele Canadezen en Amerikanen – en vermoedelijk wederom talloze wereldreizigers – eindelijk weer eens voluit kunnen genieten van Marillion. Het was mijn nét even iets te duur om het overstapje te maken…

Het andere goede nieuws kwam uit Kingston, Ontario. Zo ongeveer tegelijkertijd met bovenstaande happening zag de nieuwe plaat van The Tragically Hip het levenslicht. Ik ben ergens along the way de tel kwijt geraakt maar het moet toch ongeveer alweer het 12e studioalbum zijn van dit vijftal. Ik kan wel weer dat verhaal gaan vertellen over Jan Douwe Kroeske en het winnen van The Hips debuutplaat dankzij mijn bijdrage voor het item ‘de mini-elpee’ in zijn programma ‘Twee Meter De Lucht In’ ergens in 1990, maar dat doe ik maar niet. Ik geef liever ‘We are the same’ nog eens een zwengel.

The Tragically Hip is een stadionact van formaat in hun thuisland. In Europa heeft het nooit echt willen vlotten met de carrière van de heren, alhoewel er toch een redelijk grote schare aanhangers opdoemt als The Hip hier ten tonele verschijnt. Twee uitverkochte Paradiso’s op een rij is meer regel dan uitzondering. Optredens in den lande zijn meestal gekoppeld aan de release van een nieuwe plaat. Ik hou de concertagenda’s dan ook met spanning in de gaten. U mag mij altijd even mailen indien u al meer weet dan ik. Want dat ik daarbij wil zijn moge duidelijk zijn. Zeker met We Are The Same in het achterhoofd. Want het is wederom een prachtig werkje geworden. Nu zeg ik dat altijd bij een nieuwe plaat van The Hip – en ik heb dan ook altijd gelijk. Het is minder rock, meer folk, minder roll, meer country, minder pop. Maar niet minder toegankelijk. En zeker niet minder Hip. Slidegitaartje, trompetjes, strijkarrangementen, koortjes, akoestische snarenplukkerij; de hele santekraam. Maar dan toch weer wel overgoten met dat Hipsausje. Je hoort binnen 5 tellen dat Gordon Downie en de zijnen spreken. En hoe.

Hoogtepunten? Morning Moon, The Last Recluse, Coffee Girl, Queen of the Furrows. En oh ja: The Depression Suite! Goeiendag wat een track. Een 9 minuten tellend epos dat overigens opbeurender klinkt dan de titel doet vermoeden. De violen slaan je links en rechts om de oren. Overslaan: Frozen in the tracks. Vooralsnog…

(c) 2001-2020 StationTenderness